ECLI:NL:RBZWB:2023:2268
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor verhuiskosten en woninginrichting
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 april 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor verhuiskosten en woninginrichting beoordeeld. Eiseres had op 17 maart 2021 bijzondere bijstand aangevraagd, maar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg heeft deze aanvraag op 29 maart 2021 afgewezen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar het college handhaafde zijn besluit in een bestreden besluit van 2 september 2021. De rechtbank heeft het beroep op 15 maart 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiseres als de gemachtigde van het college aanwezig waren.
Eiseres stelde dat zij genoodzaakt was te verhuizen vanwege schimmels en gebreken aan haar woning, en dat haar minimale inkomen en de noodzaak om te verhuizen bijzondere redenen vormden voor het verlenen van bijstand. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat haar verhuizing noodzakelijk was op medische of sociale gronden. Het college had geen deugdelijk onderzoek gedaan, maar de rechtbank vond dat het college niet onzorgvuldig had gehandeld. Eiseres had geen urgentieverklaring en de huurcommissie had haar verzoek niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank concludeerde dat de kosten van verhuizing en woninginrichting in beginsel uit het inkomen moeten worden bestreden, en dat bijzondere bijstand alleen wordt verleend bij bijzondere omstandigheden. Eiseres had onvoldoende bewijs geleverd voor de noodzaak van haar verhuizing en haar beroep op het evenredigheidsbeginsel werd afgewezen. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en de proceskosten werden niet vergoed.