ECLI:NL:CRVB:2022:784
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen bijzondere bijstand voor dieetadvisering en acupunctuur
In deze zaak heeft appellant op 4 september 2019 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van dieetadvisering en acupunctuur. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft deze aanvragen afgewezen, omdat de kosten voor dieetadvisering zich niet voordoen en voor acupunctuur een voorliggende voorziening bestaat. De rechtbank Den Haag heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat het college ten onrechte geen rekening heeft gehouden met zijn belang bij de behandelingen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad oordeelt dat er geen acute noodsituatie is die bijstandverlening rechtvaardigt en dat de artikelen 15 en 35 van de Participatiewet (PW) een verplichtend karakter hebben, waardoor er geen ruimte is voor een belangenafweging op basis van het evenredigheidsbeginsel. De Raad concludeert dat de argumenten van appellant niet voldoende zijn om de eerdere beslissing van de rechtbank te weerleggen.
De uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke kaders binnen de PW en de noodzaak van acute situaties voor het verlenen van bijzondere bijstand. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is openbaar gedaan op 5 april 2022.