Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verzoek
2.Overwegingen
- de tweede slide op pagina 4;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 30 maart 2023 heeft de enkelvoudige geheimhoudingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over een verzoek van de inspecteur van de Belastingdienst om geheimhouding van bepaalde stukken in een belastingzaak. Het verzoek was ingediend op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarbij de inspecteur beperkte kennisneming van de geheimgehouden stukken vroeg. De gemachtigde van de belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze geheimhouding, stellende dat essentiële informatie ontbrak in de stukken die de inspecteur had verstrekt. De geheimhoudingskamer heeft de stukken beoordeeld en geconcludeerd dat het belang van de inspecteur bij geheimhouding zwaarder weegt dan het belang van de belanghebbende bij kennisneming van de stukken. De kamer heeft bepaald dat de geheimhouding van de meeste stukken gerechtvaardigd is, met uitzondering van enkele specifieke delen die openbaar gemaakt moeten worden. De inspecteur is in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na de uitspraak te reageren op de beslissing van de geheimhoudingskamer. De beslissing is openbaar gemaakt en kan worden ingezien via rechtspraak.nl.