ECLI:NL:RBZWB:2023:172
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar door de inspecteur van de belastingdienst
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in een beroep dat door de belanghebbende is ingesteld tegen de inspecteur van de belastingdienst. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een beslissing van de inspecteur, maar de inspecteur had niet tijdig op dit bezwaar beslist. De belanghebbende had op 16 mei 2019 een bezwaarschrift ingediend, en volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet de inspecteur binnen zes weken na afloop van de bezwaartermijn beslissen. De belanghebbende heeft de inspecteur op 22 oktober 2022 in gebreke gesteld, maar er was nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de inspecteur alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen en heeft een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,- en het beroep gegrond verklaard. De inspecteur moet het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.