Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 december 2021 en de daarin genoemde processtukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte van [eiser in conventie] tot indiening producties 19 tot en met 25 en wijziging van eis;
- de door [gedaagden in conventie] ingediende producties 9 tot en met 13;
- het proces-verbaal van descente en mondelinge behandeling van 8 maart 2022 met
2.De feiten
- Sinds 29 december 2016 is [gedaagden in conventie] eigenaar van het perceel [adres 1] te Breda, kadastraal bekend [perceel 1] . Het [adres 1] heeft de gemeente Breda per 1 januari 2020 gewijzigd in [adres 2] .
- Het perceel van [gedaagden in conventie] behoorde voorheen tot het perceel van [naam landgoed] , kadastraal bekend [perceel 2] .
- De woning van [gedaagden in conventie] is een beschermd Rijksmonument in de zin van de Monumentenwet 1988 en was vroeger in gebruik als ‘stokerswoning’.
- Ten behoeve van [gedaagden in conventie] en ten laste van het [perceel 2] is een erfdienstbaarheid van weg gevestigd.
- In de akte van levering van het perceel aan [gedaagden in conventie] van 29 december 2016 staat de erfdienstbaarheid als volgt omschreven:
- Sinds 9 maart 2018 is [eiser in conventie] eigenaar van het [perceel 3] , dat is ontstaan uit de grotere percelen [perceel 2] en [perceel 4] .
- Het perceel van [eiser in conventie] , dat bestaat uit een natuurgebied en de helft van de [adres 2] , omsluit het perceel van [gedaagden in conventie] zoals op het navolgende kaartje zichtbaar is:
- De andere helft van de [adres 2] is eigendom van [makelaar] .
- Op het perceel van [eiser in conventie] ( [perceel 3] ) staan langs de [adres 2] grenzend aan het perceel van [gedaagden in conventie] vijf Amerikaanse eikenbomen (hierna: de bomen).
- Op de foto hierna zijn de 5 bomen voor het perceel van [gedaagden in conventie] zichtbaar. Om de bomen 1 tot en met 3 (van links naar rechts gezien) zijn bevestigde planken zichtbaar en rechts daarvan staan de bomen 4 en 5.
- In maart 2020 heeft [gedaagden in conventie] op zijn eigen perceel een garage laten bouwen en daarvoor van de gemeente Breda een vergunning gekregen.
- Voor de garage heeft [gedaagden in conventie] een bestrate inrit aangelegd tot aan de erfgrens met het perceel van [eiser in conventie] .
- Partijen hebben met elkaar gecorrespondeerd over de vraag of [gedaagden in conventie] van de aangelegde inrit voor de garage gebruik mag maken via het perceel van [eiser in conventie] tussen de bomen 4 en 5.
- Voor de voordeur van de woning van [gedaagden in conventie] ligt een looppad dat vanaf de [adres 2] bereikbaar is over het perceel van [eiser in conventie] .
- Partijen hebben ook met elkaar gecorrespondeerd over het snoeien van overhangende takken van de vijf bomen en schade aan de bomen.
- Op verzoek van [eiser in conventie] heeft [adviesbureau] op 21 april 2021 en 28 januari 2022 advies gegeven over de bomen voor het perceel van [gedaagden in conventie] .
- [gedaagden in conventie] heeft [hoveniersbedrijf] om advies gevraagd ten aanzien van het snoeien van de bomen en die heeft op 11 januari 2022 een advies gegeven.
- Op 9 februari 2022 heeft [eiser in conventie] onderhoud laten plegen aan de bomen voor het perceel van [gedaagden in conventie] .
3.Het geschil
in conventie
4.4. De beoordeling
in conventie
“om te komen en gaan naar de openbare weg, uit te oefenen over de bestaande weg”. Dit betekent dat [gedaagden in conventie] vanaf dat moment een recht heeft om via het perceel van [eiser in conventie] over de [adres 2] te komen en gaan naar de [straatnaam] Dit is tussen partijen ook niet in geschil. Wel is in geschil of bij de uitoefening van dit recht er van een auto gebruik mag worden gemaakt. De rechtbank is van oordeel dat de bewoordingen ‘erfdienstbaarheid van weg’ objectief gezien ruim moeten worden opgevat, in die zin dat - in tegenstelling tot een recht van overpad- het ook is toegestaan te rijden met een voertuig zoals bijvoorbeeld een auto. Er is in de akte van vestiging geen beperking opgenomen met betrekking tot het gebruik van een vervoermiddel. De relevantie van de stelling van [eiser in conventie] dat voor een stokerswoning geen auto nodig is ziet de rechtbank niet. Te meer nu de erfdienstbaarheid op 29 december 2016 is gevestigd en de woning van [gedaagden in conventie] . een woonhuis betreft, ligt een dusdanig beperkte uitleg van de erfdienstbaarheid die ertoe zou leiden dat de woning niet bereikt kan worden middels een auto niet voor de hand.
.Dit betekent dat de onder I gevorderde verklaringen voor recht worden afgewezen.
vermoedelijkeachteruitgang in conditie. Bovendien zijn de bomen beoordeeld ná de graafwerkzaamheden en heeft er geen vergelijking plaatsgevonden met de situatie voorafgaand aan de graafwerkzaamheden. De vordering onder IV om voor recht te verklaren dat [gedaagden in conventie] aansprakelijk is voor schade en de vordering onder V tot betaling van schadevergoeding worden dan ook afgewezen.
1.689,00(3 punten × tarief € 563,00)