ECLI:NL:RBZWB:2023:1265
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het uitblijven van een besluit inzake kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 28 februari 2023, wordt het beroep van eiser behandeld dat is ingesteld na een eerdere uitspraak van de rechtbank van 7 april 2022. Eiser, vertegenwoordigd door mr. N. van Leeuwen, heeft beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 28 januari 2021, die was ingediend namens de erfgenamen van mevrouw [naam persoon] voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn van tien weken na de eerdere uitspraak heeft gereageerd op de aanvraag van eiser. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard.
De rechtbank heeft besloten dat de Belastingdienst alsnog binnen twee weken na verzending van deze uitspraak een besluit moet nemen. Indien dit niet gebeurt, kan de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd krijgen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de Belastingdienst veroordeeld om het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden en de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 418,50, te betalen. De rechtbank heeft de zaak als licht gekwalificeerd, wat invloed heeft gehad op de hoogte van de proceskostenvergoeding.
Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak.