ECLI:NL:RBZWB:2023:1060
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning bijstandsuitkering en ingangsdatum onder de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een 29-jarige man afkomstig uit Syrië, en het dagelijks bestuur van Orionis. Eiser had een bijstandsuitkering aangevraagd die volgens hem met terugwerkende kracht vanaf 10 oktober 2021 moest ingaan, terwijl Orionis deze had vastgesteld op 5 november 2021. Eiser stelde dat zijn beperkte beheersing van de Nederlandse taal en zijn integratieproblemen hem verhinderden om tijdig een aanvraag in te dienen. Orionis betwistte dit en stelde dat het de verantwoordelijkheid van eiser was om zijn aanvraag tijdig in te dienen. De rechtbank oordeelde dat eiser niet had aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de hoofdregel rechtvaardigden. De rechtbank bevestigde dat de bijstandsverlening in beginsel ingaat op de datum van aanvraag, en dat eiser niet had aangetoond dat hij niet in staat was om eerder een aanvraag in te dienen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees de verzoeken om bijstandsverlening met terugwerkende kracht af. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de aanvrager om tijdig een aanvraag in te dienen en de voorwaarden waaronder bijstandsverlening kan worden verleend.