ECLI:NL:RBZWB:2022:7668

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 december 2022
Publicatiedatum
16 december 2022
Zaaknummer
BRE-22_3297
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Versnelde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak

Op 16 december 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE-22_3297, waarin belanghebbende beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant. Het beroep betreft de aanslagen watersysteemheffing en zuiveringsheffing voor een pand in [plaats]. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende op 11 juli 2022 heeft aangegeven niet in staat te zijn het griffierecht te voldoen wegens betalingsonmacht, maar heeft geen onderbouwing ontvangen voor dit beroep. De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar de correspondentie is retour ontvangen met de mededeling dat het adres onjuist zou zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat belanghebbende niet in verzuim is geweest, en dat het beroep op betalingsonmacht terecht is afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep derhalve niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/3297

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 december 2022 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

en
De heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant, de heffingsambtenaar.

Procesverloop

Belanghebbende heeft op de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 21 juni 2022, betreffende de aanslagen watersysteemheffing gebouwd, watersysteemheffing ingezetenen en zuiveringsheffing woonruimten, met aanslagnummer [aanslagnummer], betreffende het pand [adres] te [plaats], gereageerd.
De heffingsambtenaar heeft deze reactie aangemerkt als een beroepschrift en dit beroepschrift doorgezonden naar de rechtbank omdat de rechtbank bevoegd is het beroep te behandelen.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
Bij brief van 11 juli 2022 heeft belanghebbende gemeld niet in staat te zijn het griffierecht te voldoen wegens betalingsonmacht. Belanghebbende is vervolgens in de gelegenheid gesteld om het beroep op betalingsonmacht te onderbouwen. Omdat er geen reactie is ontvangen heeft de griffier vervolgens het beroep op betalingsonmacht afgewezen.
De griffier heeft vervolgens belanghebbende in een brief van 6 augustus 2022 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief is verzonden naar het door belanghebbende opgegeven adres. Uit de basisregistratie persoonsgegevens blijkt dat belanghebbende ingeschreven staat op dat adres.
Op 15 augustus 2022 wordt deze brief retour ontvangen met daarop het volgende gemeld:
“Wrong address
Address:
Sent to a legal FICTION / Capitis Deminutio Maxima or Media
P.O. Box fiction; NO Venne
- NO CONSENT = NO CONTRACT / NO BABYLONIAN LAW
- General terms and conditions apply!
- UPU/Global Postmaster General jurisdiction
RETURN TO SENDER
Notice to agent is notice to Principal Violation of oath!!!
Papal Canon Law: Decree 2056 and 2057
Substances; Isaiah 33:22; James 4:12; Ezekiel 44:23-24
Moto Proprio July 11th, 2013
Without Prejudice UCC 1-207/1-308; Leviticus 6:1-7
You are in severe breach of contract for I am the Trustee of the legal fiction on My Name under copyright/copy claim
You’re not in a Trust position with Me”
Hierop is de brief op 16 augustus nogmaals per gewone post toegestuurd.
Ook deze is brief is met bovengenoemde melding retour ontvangen.
De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 4 september 2022 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief.
Deze brief is op 13 september 2022 retour ontvangen, met de mededeling dat deze brief geweigerd is.
Daarop is de brief op 13 september 2022 nogmaals naar dat adres gestuurd.
Op 22 september 2022 wordt deze brief retour ontvangen met de eerder genoemde mededeling.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Dit betekent dat het beroep niet-ontvankelijk is, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat belanghebbende in verzuim is geweest.
Hier is niet gebleken dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat belanghebbende niet in verzuim is geweest. Opmerking verdient daarbij dat het beroep op betalingsonmacht terecht is afgewezen. Vrijstelling van griffierecht is enkel mogelijk wanneer belanghebbende aannemelijk maakt dat het maandelijkse netto-inkomen minder bedraagt dat 95% van de voor een alleenstaande geldende (maximale) bijstandsnorm en dat belanghebbende ook niet beschikt over vermogen waaruit het griffierecht kan worden betaald. Hierbij is de gezinssamenstelling van belanghebbende niet van belang. Verder moet het inkomen en vermogen van een eventuele fiscale partner worden opgeteld bij het inkomen en vermogen van belanghebbende [1] . Omdat er geen reactie is ontvangen, heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat aan de voorwaarden voor vrijstelling wordt voldaan.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 16 december 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Zie voor deze normen het arrest van de Hoge Raad van 20 februari 2015, onder meer gepubliceerd op rechtspraak.nl onder ECLI:NL:HR:2015:354