ECLI:NL:RBZWB:2022:7502
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vergunning voor oplaadstation op verzorgingsplaats Bisde langs de A2
In deze zaak heeft eiseres, een exploitant van een Esso tankstation op verzorgingsplaats Bisde, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Dit besluit, genomen op 19 oktober 2021, verleende een vergunning aan een derde partij voor het aanleggen van een oplaadstation voor elektrische motorvoertuigen. Eiseres betoogde dat zij als belanghebbende moet worden aangemerkt, ondanks dat zij geen concrete plannen had voor het exploiteren van laadpalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Crisis- en Herstelwet (CHW) van toepassing is op de vergunningaanvraag en dat de minister deze niet in het bestreden besluit heeft genoemd. De rechtbank heeft besloten om de zaak inhoudelijk te behandelen, ondanks de pro forma aard van het beroepschrift van eiseres.
Tijdens de zitting op 2 november 2022 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiseres stelde dat de vergunning ten onrechte was verleend, omdat er al een vergunning was verleend aan een andere partij voor een laadstation op dezelfde locatie. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres, ondanks het ontbreken van concrete plannen, als belanghebbende moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft ook overwogen dat de aanvraag van de derde partij nooit is ingetrokken en dat deze moet worden beschouwd als een lopende aanvraag onder de Kennisgeving van 2017.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat er geen redenen waren om de vergunning te weigeren. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien het beroep ongegrond was. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer op 2 december 2022 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.