In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 november 2022, wordt het beroep van eiser, een politieambtenaar, tegen disciplinaire straffen beoordeeld. Eiser is sinds 1 augustus 2006 in dienst bij de Nationale Politie en is aangesproken op zijn gedrag tijdens een incident op 20 januari 2021, waarbij hij en zijn partner werden aangehouden voor lokaalvredebreuk. De korpschef legde eiser voorwaardelijk ontslag op met een proeftijd van twee jaar en verminderde zijn recht op jaarlijkse vakantie met 32 uren. Eiser maakte bezwaar tegen deze straffen, maar de korpschef handhaafde het besluit na een hoorzitting. De rechtbank oordeelt dat de korpschef terecht heeft vastgesteld dat eiser zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim, maar dat de cumulatie van straffen onevenredig is. De rechtbank vernietigt het besluit van de korpschef voor zover het de vermindering van het recht op vakantie betreft, maar handhaaft het voorwaardelijk ontslag. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 2.600,- toegewezen.