ECLI:NL:RBZWB:2022:681
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Versnelde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
Op 11 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende, wonende te [woonplaats], in beroep ging tegen de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft de intrekking van ambtshalve opgelegde aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2000 en 2001. Belanghebbende heeft verzocht om intrekking van deze aanslagen, maar de inspecteur heeft hier niet tijdig op beslist. Dit leidde tot een beroep wegens niet tijdig beslissen, ingediend op 17 november 2021.
De rechtbank oordeelde dat het verzoek van belanghebbende om intrekking van de aanslagen moet worden opgevat als een bezwaarschrift. Aangezien de inspecteur niet tijdig heeft beslist op dit bezwaarschrift, zijn de beroepen gegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur een dwangsom van € 1.442 verschuldigd is, omdat hij niet tijdig uitspraak heeft gedaan. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de inspecteur binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog uitspraak op bezwaar moet doen, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000.
De rechtbank heeft de inspecteur ook veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 379,50, en het griffierecht van € 49 moet aan belanghebbende worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.