ECLI:NL:RBZWB:2022:6717

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 november 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
BRE-21_4138
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak

Op 11 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de belastingdienst. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 18 augustus 2021, betreffende de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2017. Het beroep werd echter niet-ontvankelijk verklaard omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 49,- niet had betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier de belanghebbende meerdere keren had gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en dat de belanghebbende niet had gereageerd op een verzoek om betalingsonmacht te onderbouwen. Hierdoor kon de rechtbank niet oordelen dat de belanghebbende in verzuim was geweest. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen reden was om het beroep ontvankelijk te verklaren, aangezien de belanghebbende niet had aangetoond dat hij recht had op vrijstelling van het griffierecht. De rechtbank heeft de beslissing genomen zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht, en heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht
zaaknummer: BRE 21/4138

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 november 2022 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende

(gemachtigde: R.A.A. van de Mortel),
en

De inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Procesverloop

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 18 augustus 2021, betreffende de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2017, met aanslagnummer [aanslagnummer] .H.76.01, beroep ingesteld.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 49,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
In verband met het beroep op betalingsonmacht heeft de griffier bij brief van 9 juni 2022 de gemachtigde in de gelegenheid gesteld om de betalingsonmacht te onderbouwen. Belanghebbende heeft niet binnen de in de brief van 9 juni 2022 gestelde termijn gereageerd. De griffier heeft vervolgens het beroep op betalingsonmacht afgewezen.
De griffier heeft belanghebbende in een aangetekende brief van 28 juli 2022 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Dit betekent dat het beroep niet-ontvankelijk is, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat belanghebbende in verzuim is geweest.
Hier is niet gebleken dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat belanghebbende in verzuim is geweest. Opmerking verdient daarbij dat het beroep op betalingsonmacht terecht is afgewezen. Vrijstelling van griffierecht is enkel mogelijk wanneer belanghebbende aannemelijk maakt dat het maandelijkse netto-inkomen minder bedraagt dan 95% van de voor een alleenstaande geldende (maximale) bijstandsnorm en dat belanghebbende ook niet beschikt over vermogen waaruit het griffierecht kan worden betaald. Hierbij is de gezinssamenstelling van belanghebbende niet van belang. Verder moet het inkomen en vermogen van een eventuele fiscale partner worden opgeteld bij het inkomen en vermogen van belanghebbende [1] . Nu belanghebbende niet heeft gereageerd op het verzoek om het beroep op betalingsonmacht te onderbouwen, heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat aan de voorwaarden voor vrijstelling wordt voldaan.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 11 november 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Zie voor deze normen het arrest van de Hoge Raad van 20 februari 2015, onder meer gepubliceerd op rechtspraak.nl onder ECLI:NL:HR:2015:354.