Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 februari 2022 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Omvang geschil
Wettelijk kader
Toetsingskader
Medische beoordeling
De informatie die eiser in beroep heeft overgelegd geeft de rechtbank geen aanleiding te twijfelen aan de belastbaarheid die de artsen van het UWV hebben aangenomen. Eiser heeft aangevoerd dat hij als gevolg van een operatie in december 2019 meer beperkt moet worden geacht op de datum in geding. De verzekeringsarts b&b heeft echter, gebaseerd op informatie van de behandelend arts van 19 december 2019, inzichtelijk gemotiveerd dat eiser ondanks de operatie aan de neus op 17 december 2019 op de datum in geding belastbaar was zoals in de FML van 16 juni 2020 is vastgelegd. De rechtbank kan die motivering volgen. Daarnaast acht eiser zich meer beperkt omdat hij nu last heeft wanen of hallucinaties. Eiser stelt dat in de medische stukken aanwijzingen te zien zijn dat deze klachten al eerder, en dus ook op de datum in geding, aanwezig waren. Eiser heeft deze beroepsgrond echter niet onderbouwd met medisch geobjectiveerde informatie. Er zijn geen stukken ingebracht waarin een medische oorzaak voor de gestelde wanen of hallucinaties is vastgesteld. Ook op fysiek vlak heeft eiser geen gedingstukken ingebracht die doen twijfelen aan de afwegingen en de daaruit voortvloeiende conclusies van de verzekeringsarts b&b. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de op 18 juni 2021 door eiser nog ingestuurde medische informatie ziet op consulten en medicatie na datum in geding. Dit geldt ook voor de op 26 oktober 2021 ingestuurde informatie.
Verder is de rechtbank van oordeel dat het UWV inzichtelijk heeft gemotiveerd dat geen urenbeperking nodig is, omdat met de overige beperkingen voldoende tegemoet wordt gekomen aan de verminderde energetische belastbaarheid van eiser. In dat verband wijst de rechtbank op de uitspraak van de CRvB van 28 oktober 2020 (ECLI:NL:CRVB:2020:2629) waarin wordt overwogen dat in zijn algemeenheid geldt dat een urenbeperking alleen aan de orde is als met beperkingen in de overige rubrieken niet kan worden bewerkstelligd dat voldoende rekening wordt gehouden met eventuele energetische problemen van de betrokkene.
Geschiktheid voor de functies
Mate van arbeidsongeschiktheid
Conclusie