ECLI:NL:RBZWB:2022:5703
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake btw-identificatienummer
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 september 2022, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, die een btw-identificatienummer nodig heeft voor zijn werkzaamheden, heeft een verzoek ingediend. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat tegen een besluit van een bestuursorgaan, in dit geval de belastingdienst, in beginsel beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter. Echter, als er geen rechtsmiddelen openstaan tegen een besluit, kan er ook geen voorlopige voorziening worden getroffen. In dit geval is het besluit op het verzoek tot toekenning van een btw-identificatienummer niet aangemerkt als een voor bezwaar vatbare beschikking, waardoor de belastingrechter niet in staat is om een inhoudelijk oordeel te geven. De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door mr.drs. M.H. van Schaik, in aanwezigheid van mr. M.J. van Balkom, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.