In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 september 2022, wordt de zaak behandeld van eiseres die in beroep gaat tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen. De rechtbank beoordeelt de beroepen van eiseres tegen de besluiten van 9 november 2021 en 19 januari 2022, waarin het college weigerde persoonsgegevens te verstrekken aan eiseres en haar zoon. Eiseres had eerder een verzoek ingediend om inlichtingen over de heer [naam vader], de vader van haar zoon, maar dit verzoek werd afgewezen. Eiseres stelde dat het college ten onrechte geen toestemming had gevraagd voor de verstrekking van de gegevens en dat de rechten van haar zoon zwaarder zouden moeten wegen dan de privacy van de heer [naam vader]. De rechtbank oordeelt dat het college geen discretionaire ruimte heeft om persoonsgegevens te verstrekken zonder de vereiste toestemming, en dat de wet BRP de bescherming van persoonsgegevens vooropstelt. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.