Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 augustus 2022 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg (de heffingsambtenaar)
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
Toetsingskader van de rechtbank
Onderbouwing van de WOZ-waarde
Vergelijkbaarheid van de referentieobjecten
De verschillen tussen de referentieobjecten en de woning
Verbod op willekeur en vertrouwensbeginsel
Conclusie en gevolgen
Redelijke termijn
Proceskosten
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 83,33;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 416,67;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 379,50;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 379,50;
- gelast dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende vergoedt de helft van het door hem betaalde griffierecht, zijnde € 24,-;
- gelast dat de Staat der Nederlanden aan belanghebbende vergoedt de helft van het door hem betaalde griffierecht, zijnde € 24,-.