In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op het verzoek om een voorlopige voorziening en het beroep van verzoekster tegen een opgelegde last onder dwangsom vanwege een overtreding van het bestemmingsplan. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen had op 7 juli 2021 een last onder dwangsom opgelegd aan verzoekster, omdat op de camping aan het adres [adres camping] te [plaats camping] het bestemmingsplan werd overtreden. Verzoekster maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar ongegrond bij besluit van 17 maart 2022. Hierop heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op 27 juni 2022 uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat de controlerapporten die aan het besluit ten grondslag lagen, bruikbaar waren, ondanks formele tekortkomingen. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekster als eigenaar en verhuurder van de standplaatsen kan worden aangemerkt als overtreder van het bestemmingsplan, omdat zij op de hoogte was van de permanente bewoning van de stacaravans op haar camping. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat verzoekster niet in staat is om alle overtredingen te beëindigen en dat het opleggen van de last onder dwangsom niet evenredig is. Daarom werd het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen. Het college werd opgedragen om in overleg met verzoekster te heroverwegen hoe de permanente bewoning van de caravans het beste kan worden aangepakt.