Overigens was het ten tijde van de invoering van de huurbescherming voor woonwagenbewoners zo dat vrijwel alle verhuurde woonwagens op woonwagencentra stonden. Doel van de wet was (memorie van toelichting p. 2 en 3):
Met het oog op het bereiken van gelijkwaardigheid van het wonen in woningen en het wonen in een woonwagen voorziet het voorstel van wet erin de vigerende wetgeving op het terrein van huur en verhuur van woonruimte ook van toepassing te verklaren op huur en verhuur van woonwagens en/of standplaatsen .
(…)
Het voorstel van wet strekt ertoe de in bovengenoemde wetten beschreven definitie van woonruimte uit te breiden met woonwagens en standplaatsen, in verband waarmee ook voor woonwagens en voor standplaatsen een nadere definiëring vereist is.
(…)
Bewoners van woonwagens vormen, zoals gezegd, de doelgroep. Daarbij moet worden gedacht aan woonwagens die opgesteld staanop daartoe ingerichte standplaatsen.
(…)
Immers, in artikel 1 van de Woningwet zijn de begrippen «woonwagen» en «standplaats» aan elkaar gekoppeld. Een standplaats is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen. Een woonwagen moet, evenals een standplaats, op grond van artikel 2 van de Woningwetten minste voldoen aanbij of krachtens het Bouwbesluit
gegeven technische voorschriften. Bovendien geldt, nu een woonwagen wordt aangemerkt als een tot bewoning bestemd gebouw, dat het bouwen van een woonwagen is onderworpen aan het vereiste van bouwvergunning, bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Woningwet.
(…)
Daarom is het begrip standplaats in dit wetsvoorstel enger omschreven. (…) Huurders van een op het tijdstip van inwerkingtreding van de (herziene) Woningwet bestaande standplaats vallen onder de huur(prijs)bescherming indien deze standplaatsingevolge een bestemmingsplande bestemming van woonwagenstand-plaats heeft gekregen dan wel indien op die plaatsdie bestemming is komen te rusten doordat op die plaats een berging en/of een sanitaire ruimte ten behoeve van woonwagenbewoners is aangebracht, waarvoor een bouwvergunning op voet van de (oude) Woningwet is verleend. Beoogd wordt dat bewoners van woonwagens en standplaatsen ten aanzien van de huurstelling dezelfde bescherming zullen verkrijgen als waarop huurders van (on)zelfstandige woningen een beroep kunnen doen.(onderstrepingen hof)
[geïntimeerde] heeft niet gesteld, en evenmin is gebleken, dat sprake van een hier bedoelde inrichting (waarvoor een bouwvergunning is afgegeven).
Uit deze teksten uit de parlementaire geschiedenis blijkt wel dat het vereiste van een bepaling in het bestemmingsplan niet noodzakelijkerwijs doorslaggevend is. De (publiekrechtelijke) bestemming en inrichting (bouwvergunning) is dat wel.