ECLI:NL:RBZWB:2022:4606
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaatsnaam 2] heeft deze aanvraag met het besluit van 2 juli 2020 afgewezen. Bij het bestreden besluit van 13 januari 2021 op het bezwaar van eiser is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. De rechtbank heeft het beroep op 7 juli 2022 op zitting behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet verschenen. De rechtbank overweegt dat eiser, geboren op 15 augustus 2001, onder bewind is gesteld op verzoek van zijn moeder. Eiser heeft een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering, waarvoor hij facturen heeft overgelegd. De rechtbank concludeert dat het college de aanvraag op goede gronden heeft afgewezen, omdat de kosten voor bewindvoering onder de onderhoudsplicht van de ouders vallen en eiser voldoende draagkracht heeft uit zijn Wajong-uitkering. De rechtbank oordeelt dat de overige beroepsgronden van eiser geen verdere bespreking behoeven. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.