Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 26 juli 2022 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
de burgemeester van Gilze en Rijen (de burgemeester), verweerder.
Procesverloop
Feiten en omstandigheden
Standpunt van verzoekster
Voorlopige voorziening
Wettelijk kader
Overwegingen
.Ook blijkt uit deze stukken niet dat er bij de inval attributen zijn aangetroffen die duiden op feitelijke handel. De noodzaak tot sluiting is hierdoor minder groot. Voorts blijkt uit het Hennepinformatiebericht dat er aanwijzingen zijn dat er vanaf acht weken voor de inval sprake was van hennepteelt. Dat betekent dat, gelet op de gebruikelijke duur van hennepteelten, niet aannemelijk is dat de kwekerij eerdere oogsten heeft opgeleverd. Gelet op de omvang en professionaliteit van de kwekerij had de burgemeester naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter echter niet met een minder ingrijpend middel kunnen en moeten volstaan om de onder 6.2 genoemde doelen te bereiken.
Beslissing
Rechtsmiddel
Bijlage: wettelijk kader
(Factor professionaliteit bij de definiëring van bedrijfsmatig handelen met betrekking tot de teelt van cannabis)zijn onder meer een centraal geregeld bevloeiingssysteem/drupsysteem, een kas of grote, verdeelde en afgeschermde ruimte binnen of buiten en thermostaat- of computergestuurde verwarming opgenomen als hoge indicatoren voor professionaliteit.