Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover het de vergrijpboete betreft;
- vernietigt de vergrijpboete;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- bepaalt dat inspecteur het griffierecht van € 360 aan belanghebbende moet vergoeden.
2.Gronden
aan[stichting] voor een bedrag van € 6.000 met als omschrijving
‘huur perceel [adres]’. Al met al is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van zoveel onduidelijkheden over de werkelijke rechtsverhoudingen tussen belanghebbende, [naam] en [stichting], dat niet aannemelijk is dat zij de bouwmaterialen in het kader van haar onderneming heeft aangeschaft en gebruikt of zal gaan gebruiken voor belaste handelingen. De inspecteur heeft naar het oordeel van de rechtbank terecht het bedrag van de voorbelasting van € 4.492 op de aanschaf van de bouwmaterialen nageheven.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;