Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Beoordeling door de rechtbank
3.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 20 juli 2022, worden de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. R. Jeronimus, heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen omzetbelasting (OB) voor de jaren 2012 en 2013, alsook tegen de opgelegde verzuimboete en vergrijpboete. De rechtbank heeft op 8 juni 2022 de zitting gehouden, waarbij partijen een compromis hebben bereikt. De naheffingsaanslag voor 2012 wordt verminderd tot € 186.902, terwijl de verzuimboete gehandhaafd blijft. Voor het jaar 2013 wordt de naheffingsaanslag verlaagd tot € 144.234 en de vergrijpboete tot € 4.920. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat de inspecteur het griffierecht van € 690 aan de belanghebbende moet vergoeden en dat de proceskosten voor rechtsbijstand vastgesteld worden op € 1.518. De rechtbank verklaart de beroepen gegrond, vernietigt de uitspraken op bezwaar en neemt de beslissingen zoals hierboven vermeld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na de verzenddatum.