Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Feiten
3.Beoordeling door de rechtbank
van belanghebbende hebben verlaten en het moment dat de accijnsgoederen bij de geadresseerde behoorden aan te komen, een onregelmatigheid hebben voorgedaan. Deze onregelmatigheid heeft tot gevolg gehad dat de overbrenging niet overeenkomstig artikel 20(2) richtlijn 2008/118/EG is geëindigd. Aangezien in deze procedure niet vastgesteld kan worden waar deze onregelmatigheid heeft plaatsgevonden, wordt de onregelmatigheid geacht te hebben plaatsgevonden in de lidstaat van verzending.”
4.Conclusie en gevolgen
5.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: