ECLI:NL:RBZWB:2022:2192
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit college van burgemeester en wethouders inzake arbeidsverplichtingen Participatiewet
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 april 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout. Eiseres, die sinds medio 2004 een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, was vanaf 11 juni 2019 tot 1 januari 2020 vrijgesteld van arbeidsverplichtingen. Het college had in een eerder besluit van 11 november 2020 het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard, waarop eiseres beroep heeft ingesteld. Tijdens de zitting op 30 maart 2022 was de gemachtigde van eiseres aanwezig, evenals de vertegenwoordiger van het college. Na de zitting hebben partijen geprobeerd een minnelijke oplossing te vinden, maar dit is niet gelukt.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het advies van een deskundige dienst die concludeerde dat eiseres nog niet in staat is om loonvormende arbeid te verrichten, maar wel een re-integratietraject kan volgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college op goede gronden heeft geweigerd eiseres te ontheffen van de re-integratieverplichtingen, ondanks haar beperkingen. De rechtbank oordeelde dat de re-integratieverplichtingen van toepassing blijven, ook al was eiseres ontheven van de arbeidsverplichtingen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij geen reden zag voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van maatwerk bij de uitvoering van re-integratieverplichtingen en bevestigt dat de rechtbank de adviezen van de deskundige dienst heeft gevolgd. Eiseres heeft geen concrete gronden aangevoerd die de conclusie van de deskundige dienst in twijfel trekken. De rechtbank heeft de relevante wetgeving en eerdere uitspraken in overweging genomen, en concludeert dat het college op goede gronden heeft gehandeld.