ECLI:NL:RBZWB:2022:2093
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van leges voor omgevingsvergunning en strijd met bestemmingsplan
Op 7 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente. De zaak betreft de leges die zijn opgelegd voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en het afwijken van het bestemmingsplan. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen twee legesnota's die waren verzonden in verband met de aanvraag voor een omgevingsvergunning. De heffingsambtenaar had het legesbedrag voor de activiteit bouwen verlaagd, maar de andere legesnota bleef gehandhaafd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar bevoegd was om leges te heffen voor de activiteit bouwen, omdat er diensten zijn verleend. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar de leges terecht had vastgesteld op € 2.058,-, gebaseerd op de door de belanghebbende opgegeven bouwkosten. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen strijd was met het gelijkheidsbeginsel, omdat de tarieven in de Legesverordening zonder onderscheid van toepassing zijn op alle belastingplichtigen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.