Artikel 4:19, eerste lidHet bezwaar, beroep of hoger beroep tegen de beschikking op de aanvraag heeft mede betrekking op een beschikking tot vaststelling van de hoogte van de dwangsom, voor zover de belanghebbende deze beschikking betwist.
Artikel 6:19, eerste lidHet bezwaar of beroep heeft van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.
Artikel 6:20, eerste en derde lid1. Indien het beroep zich richt tegen het niet tijdig nemen van een besluit, blijft het bestuursorgaan verplicht dit besluit te nemen, tenzij de belanghebbende daarbij als gevolg van de beslissing op het beroep geen belang meer heeft. 3. Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit heeft mede betrekking op het alsnog genomen besluit, tenzij dit geheel aan het beroep tegemoet komt.
Artikel 6:22Een besluit waartegen bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, kan, ondanks schending van een geschreven of ongeschreven rechtsregel of algemeen rechtsbeginsel, door het orgaan dat op het bezwaar of beroep beslist in stand worden gelaten indien aannemelijk is dat de belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld.
Artikel 7:10, eerste en derde lid1. Het bestuursorgaan beslist binnen zes weken of – indien een commissie als bedoeld in artikel 7:13 is ingesteld – binnen twaalf weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken. 3. Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.
Artikel 7:15, derde lidHet verzoek wordt gedaan voordat het bestuursorgaan op het bezwaar heeft beslist. Het bestuursorgaan beslist op het verzoek bij de beslissing op het bezwaar.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Artikel 2.1, eerste lid, sub c
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan.
Bestemmingsplan [naam bestemmingsplan 4]
Artikel 12, eerste en derde lid, sub f, tentweede 1. De gronden met een landbouwbestemming uitsluitend mogen worden gebruikt voor de bedrijfsvoering van al dan niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven, een en ander met inachtneming van de op de kaart aangegeven subbestemming. 3. De gebouwen moeten worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en hierna gegeven nadere aanwijzingen: f. gebouwen, silo’s, mestopslagruimten en waterbassins zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van een agrarisch bedrijf op bebouwingsvlakken, als bedoeld onder a, voor zover deze bedrijven aanwezig zijn ten tijde van terinzagelegging van dit ontwerp-plan, met dien verstande dat buiten het bebouwingsvlak zijn toegestaan: 2. schuren met een gezamenlijke oppervlakte van 100m2 per bedrijf en een goot- en boeiboordhoogte van ten hoogste vier meter, uitsluitend ten behoeve van een fruitteeltbedrijf”.
Bestemmingsplan [naam bestemmingsplan 3]
Artikel 14, eerste lidDe gronden op de kaart aangewezen voor Agrarische doeleinden (A) zijn bestemd voor:
een agrarische ontwikkeling voor uitsluitend agrarische bedrijven die (nagenoeg) geheel afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel en waar (nagenoeg) geheel gebruik wordt gemaakt van open grond of plat glas dan wel ander lichtdoorlatend materiaal met een hoogte van niet meer dan 1 meter, met uitzondering van glastuinbouw en fruitteeltbedrijf.