Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Overwegingen
3.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk over de vastgestelde WOZ-waarde van een onroerende zaak voor het jaar 2020. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde vastgesteld op € 225.000,00, waartegen de belanghebbende bezwaar maakte. Na behandeling van het bezwaar werd de waarde verlaagd naar € 210.000,00, maar de belanghebbende ging in beroep tegen deze uitspraak, met name over de afwijzing van de kostenvergoeding voor het taxatierapport dat hij had overgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 28 januari 2022, waarbij de heffingsambtenaar niet aanwezig was. De belanghebbende had een taxatierapport overgelegd, maar de heffingsambtenaar weigerde de kostenvergoeding omdat het rapport niet was opgesteld door een geregistreerd taxateur. De rechtbank overwoog dat de deskundigheid van de taxateurs in dit geval niet voldoende was aangetoond, en dat de interne WOZ-cursussen die zij hadden gevolgd niet gelijkgesteld konden worden aan een externe, gewaarborgde opleiding. De rechtbank concludeerde dat de taxateurs niet als deskundigen konden worden aangemerkt en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.