Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 8 maart 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft een beroep tegen een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) die aan de belanghebbende was opgelegd. De belanghebbende had op 13 november 2018 een bedrag van € 14.848 aan Bpm voldaan voor de registratie van een Land Rover Discovery. De inspecteur had op basis van een hertaxatie een naheffingsaanslag van € 1.032 opgelegd, waartegen de belanghebbende bezwaar had gemaakt. De rechtbank heeft op 25 januari 2022 een zitting gehouden, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende via beeldbellen aanwezig was. De rechtbank heeft geoordeeld dat de hertaxateur deskundig en onafhankelijk was en dat de belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd voor de door hem gestelde schade. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.