ECLI:NL:RBZWB:2021:6518
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buiten behandelingstelling aanvraag bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft eiser, woonachtig in [plaatsnaam], beroep ingesteld tegen een besluit van het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren, dat zijn aanvraag om een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet buiten behandeling heeft gesteld. Dit besluit volgde op een primair besluit van 9 december 2019, waarin Orionis om aanvullende gegevens vroeg, die eiser niet tijdig heeft ingediend. Eiser heeft op 13 november 2019 een bijstandsuitkering aangevraagd, maar kon niet de gevraagde bewijsstukken overleggen die aantonen dat hij in de periode vanaf 1 mei 2019 heeft geleefd van leningen van familie en vrienden. Orionis heeft de bezwaren van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard in een besluit van 9 april 2020. Tijdens de zitting op 1 oktober 2021 heeft eiser zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. J.E. Glopper, terwijl Orionis werd vertegenwoordigd door mr. N.M. Feijtel.
De rechtbank heeft overwogen dat de bewijslast voor de bijstandbehoevendheid bij de aanvrager ligt. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij de gevraagde stukken tijdig heeft ingediend. De rechtbank concludeert dat Orionis bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen op basis van artikel 4:5, eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser heeft niet kunnen aantonen dat zijn e-mail met bewijsstukken op 25 november 2019 door Orionis is ontvangen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.