ECLI:NL:RBZWB:2021:6459
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding in belastingzaak met betrekking tot naheffingsaanslag parkeerbelasting
Op 17 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De belanghebbende had verzocht om een vergoeding van proceskosten in verband met de intrekking van het beroep tegen de kostenvergoeding in bezwaar betreffende een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De rechtbank heeft de vergoeding voor beroepsmatige bijstand vastgesteld op € 267, met een wegingsfactor van 0,5, conform het richtsnoer proceskostenvergoeding van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 november 2021. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om van dit bedrag af te wijken. Daarnaast heeft de belanghebbende € 49,00 aan griffierecht betaald, maar de wet biedt geen mogelijkheid om de heffingsambtenaar te veroordelen tot vergoeding van dit griffierecht. De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, maar de vergoeding voor griffierecht moet door de heffingsambtenaar uit zichzelf worden gedaan, zoals bepaald in artikel 8:41, zevende lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn per aangetekende post geïnformeerd. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.