ECLI:NL:RBZWB:2021:6458
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding in belastingzaak met naheffingsaanslag parkeerbelasting
Op 17 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om proceskostenvergoeding. De belanghebbende, wonende te [plaats], had de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg verzocht om vergoeding van proceskosten in verband met de intrekking van het beroep tegen de kostenvergoeding in bezwaar betreffende een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De rechtbank heeft de vergoeding voor beroepsmatige bijstand vastgesteld op € 267, met een wegingsfactor van 0,5, conform het richtsnoer proceskostenvergoeding van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 november 2021. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om van dit bedrag af te wijken. Daarnaast is opgemerkt dat de belanghebbende € 49,00 aan griffierecht heeft betaald, maar dat de wet niet toestaat dat de heffingsambtenaar wordt veroordeeld tot vergoeding van griffierecht in deze procedures. De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, maar de vergoeding voor griffierecht moet door de heffingsambtenaar uit zichzelf worden gedaan, zoals bepaald in artikel 8:41, zevende lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn per aangetekende post geïnformeerd. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.