Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 16 december 2021 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker], te [woonplaats verzoeker], verzoeker,
de burgemeester van de gemeente Tilburg,
Procesverloop
Overwegingen
1. Feiten
- 21 assimilatielampen;
- 17 armaturen;
- 8 transformatoren;
- 1 tijdschakelaar;
- 1 schakelbord.
- 1 koolstoffilter;
- 2 luchtafzuigers;
- 2 slakkenhuisventilatoren in softboxen.
- 1 kachel;
- 2 (temperatuur gestuurde) ventilatorregelaars.
2. Standpunt verzoeker
aarden
hoeveelheiddaarvan, redelijkerwijs worden aangenomen dat deze
in combinatie met elkaargebruikt kunnen worden voor de teelt van hennep op een beroeps- of bedrijfsmatige of grootschalige manier. De burgemeester heeft dat – in overeenstemming met de Beleidsregels artikel 13b van de Opiumwet – aannemelijk gemaakt door in het bestreden besluit toe te lichten dat één kweeklamp kan worden gebruikt op 1 vierkante meter kweekoppervlakte en dat op die oppervlakte maximaal 25 planten (20 bij 20 cm) gekweekt kunnen worden. De burgemeester heeft berekend dat bij 16 planten per lamp met de hoeveelheid aangetroffen lampen ongeveer 336 hennepplanten gekweekt kunnen worden. De goederen die zijn aangetroffen zijn daarnaast goederen die de politie bij iedere hennepkwekerij aantreft en staan standaard genoemd op de ‘ruimlijst’ van de politie bij het ontmantelen van hennepkwekerijen. Daar heeft de burgemeester aan toegevoegd dat koolstoffilters specifiek worden ingezet voor de hennepteelt, om de naar hennep geurende lucht af te zuigen. Bij de teelt van andere gewassen is dat niet nodig. Ook de slakkenhuisventilatoren die zijn aangetroffen worden specifiek voor hennepkwekerijen gebruikt. Ze zijn ingebouwd in geïsoleerde houten of stalen kisten (softboxen) om het geluid te dempen. Dat wellicht niet alle goederen zijn aangetroffen om een hennepkwekerij op te zetten, maakt die conclusie niet anders. Indien slechts een deel van de voorwerpen voorhanden is die nodig zijn om een beroeps- of bedrijfsmatige of grootschalige hennepplantage op te zetten, kan de burgemeester – gelet op voornoemde jurisprudentie – namelijk bevoegd zijn.