ECLI:NL:RBZWB:2021:6341
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo 1) en de Participatiewet in het kader van uitkeringsnormen voor gehuwden
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een ZZP’er, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, vertegenwoordigd door de ISD Brabantse Wal. Eiser en zijn echtgenote hadden een uitkering aangevraagd in het kader van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo 1), maar kregen slechts één uitkering naar de norm van gehuwden toegekend. Eiser was het hier niet mee eens en vond het onrechtvaardig dat hij en zijn echtgenote, beiden ZZP’ers, niet elk een aparte uitkering ontvingen, terwijl hij had gehoord dat andere partners in vergelijkbare situaties wel twee uitkeringen kregen.
De rechtbank overwoog dat de Tozo 1 regeling onder uitzonderlijke omstandigheden is opgezet om snel steun te bieden aan ZZP’ers die door de coronacrisis in financiële problemen waren geraakt. De wetgever had ervoor gekozen om de regeling te koppelen aan de Participatiewet, waardoor eiser en zijn echtgenote als gezamenlijk rechtssubject werden aangemerkt. Dit betekende dat zij recht hadden op één uitkering naar de norm van gehuwden, ongeacht hun status als ZZP’er.
Eiser stelde dat de regeling onbillijk was en dat er in zijn geval ook twee uitkeringen toegekend zouden moeten worden. De rechtbank concludeerde echter dat de wetgever bewust had gekozen voor deze regeling en dat de Tozo 1 correct was uitgevoerd door de ISD. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, omdat de bijstandsnorm voor gehuwden voldoende werd geacht voor de noodzakelijke kosten van levensonderhoud voor twee personen in een gezamenlijke huishouding. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 17 december 2021.