Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
kosten, terwijl de onderhavige zaak gaat over de kwestie van aftrekbaarheid van
rente op schuldenaangegaan ter financiering van de onderhouds- en verbeteringskosten. De arresten zijn daarom niet zonder meer maatgevend voor die kwestie. In wezen bepleit de inspecteur dat deze arresten dienovereenkomstig van toepassing zijn. De rechtbank volgt de inspecteur daarin niet.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar maar alleen voor zover het gaat om de pga-beschikking en beslissing over de kostenvergoeding voor de bezwaarfase;
- stelt het bedrag aan nog niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek vast op € 49.097;
- stelt de kostenvergoeding voor de bewaarfase vast op € 2.500;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende voor de beroepsfase tot een bedrag van € 1.496; en
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: