ECLI:NL:RBZWB:2021:5707
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde vaststelling en vergoeding van taxatiekosten
Op 8 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk. De zaak betreft een beroep tegen de vastgestelde WOZ-waarde van een onroerende zaak voor het kalenderjaar 2019, die door de heffingsambtenaar was vastgesteld op € 340.000. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze waarde, wat resulteerde in een gegrondverklaring van het bezwaar en een nieuwe vaststelling van de waarde op € 276.000. De belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar, waarbij ook een verzoek om vergoeding van kosten voor het opstellen van een taxatierapport aan de orde kwam.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 1 oktober 2021, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende, P.J.T. Loijen van Previcus Vastgoed, aanwezig was. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft overwogen dat de belanghebbende niet voldoende heeft aangetoond dat de taxateurs die het rapport hebben opgesteld, als deskundigen kunnen worden aangemerkt. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar de eisen die aan geregistreerde taxateurs worden gesteld en de ervaring van de taxateurs in deze specifieke zaak.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het taxatierapport niet voor vergoeding in aanmerking komt, omdat de belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd van de deskundigheid van de taxateurs. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.