Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 november 2021 in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, verweerder.
Procesverloop
(primair besluit 2) heeft het college de bijstand per diezelfde datum beëindigd en over de periode van 19 september 2018 tot 1 september 2020 ingetrokken en teruggevorderd.
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover daarbij het verzoek om vergoeding van de kosten van bezwaar is afgewezen;
- bepaalt dat het college aan eiseres de kosten in bezwaar van € 2.136,- moet vergoeden en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres in beroep tot een bedrag van € 1.496,-.