Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt appellant in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had geoordeeld dat de appellant, de Minister, de kosten van bezwaar van de betrokkene moest vergoeden. De betrokkene had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister waarin een OV-schuld van € 970,- was vastgesteld. Deze schuld was gebaseerd op onjuiste gegevens die door een derde waren verstrekt. De betrokkene had in bezwaar aangetoond dat hij zijn reisproduct eerder had stopgezet dan de Minister had vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de Minister in de bezwaarfase onvoldoende onderzoek had gedaan naar de juistheid van de stopzetdatum en dat de kosten van bezwaar daarom voor rekening van de Minister moesten komen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de Minister de kosten van de rechtsbijstand van de betrokkene in bezwaar en beroep moest vergoeden. De Raad stelde vast dat de betrokkene niet verantwoordelijk was voor de onjuiste gegevens en dat het niet redelijk was om de kosten van bezwaar voor zijn rekening te laten. De Raad oordeelde dat de Minister niet had voldaan aan de voorwaarden van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht, wat leidde tot de veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het vaststellen van gegevens door bestuursorganen en de verplichting om de kosten van bezwaar te vergoeden wanneer deze onterecht zijn opgelegd. De Raad bevestigde de beslissing van de rechtbank en veroordeelde de Minister tot betaling van de proceskosten van de betrokkene in hoger beroep.