ECLI:NL:RBZWB:2021:5296
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tozo-uitkering en niet-ontvankelijkheid bezwaar wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De eiser had aanvragen ingediend voor bijstandsuitkeringen op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) voor de periodes van 1 april 2020 tot en met 30 juni 2020 en van 1 juli 2020 tot en met 30 september 2020. Deze aanvragen werden aanvankelijk goedgekeurd, maar later introk het college de uitkeringen omdat de eiser onvoldoende informatie had verstrekt over zijn financiële situatie. De eiser diende op 8 januari 2021 een bezwaarschrift in, maar het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk omdat het niet binnen de wettelijke termijn was ingediend.
De rechtbank beperkte zich tot de vraag of het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard. De rechtbank oordeelde dat de eiser, die op 16 december 2020 op de hoogte was van de besluiten van 25 november 2020, niet tijdig bezwaar had gemaakt. De rechtbank wees erop dat de persoonlijke omstandigheden van de eiser, hoewel begrijpelijk, niet konden leiden tot een andere conclusie. De rechtbank concludeerde dat het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaarschriften en de strikte naleving van de termijnen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. De eiser had meer dan voldoende tijd om bezwaar te maken na kennisname van de besluiten, maar had dit nagelaten.