Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Behandeling van het verzet
2.Feiten en de gronden van het verzet
3.Beoordeling van het verzet
4.Beoordeling van het beroep
“een bezwaarschrift tijdig is ingediend als de Belastingdienst het heeft ontvangen binnen de wettelijke termijn van zes weken”maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Niet aannemelijk is dat belanghebbende hierdoor op de hoogte was van de termijn die gold voor het indienen van een bezwaar tegen de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering. Ook is niet aannemelijk dat belanghebbende op andere wijze, voor medio februari 2020, op de hoogte is gekomen van de termijn waarbinnen bezwaar moest worden gemaakt. De rechtbank is dan ook van oordeel dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.
5.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;