ECLI:NL:RBZWB:2021:4982
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding in belastingzaak na intrekking beroep naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding van een belanghebbende in het kader van een belastingkwestie. De belanghebbende had een beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting, maar trok dit beroep in nadat de heffingsambtenaar van de gemeente Roosendaal in een brief had aangegeven dat hij bereid was de kosten van bezwaar te vergoeden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De totale kosten voor juridische bijstand zijn vastgesteld op € 506,50, waarbij rekening is gehouden met de punten voor het indienen van zowel het bezwaarschrift als het beroepschrift. Daarnaast heeft de belanghebbende € 49,00 aan griffierecht betaald, maar de rechtbank heeft aangegeven dat de heffingsambtenaar niet kan worden veroordeeld tot vergoeding van dit griffierecht in deze procedure. De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de belanghebbende. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.