ECLI:NL:RBZWB:2021:4813
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de belastingrechter in zelfstandig schadebesluit inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting
In deze zaak hebben belanghebbenden bezwaar gemaakt tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2017. De belanghebbenden, die wonen in [woonplaats], hebben verzocht om een proceskostenvergoeding van € 1.355,20. De rechtbank heeft eerder op 21 april 2020 de bezwaren gegrond verklaard en een kostenvergoeding van € 261 per belanghebbende toegekend. Vervolgens hebben de belanghebbenden een verzoek om schadevergoeding ingediend van € 1.275, welke door de Staatssecretaris van Financiën is afgewezen.
De belanghebbenden hebben gereageerd op deze afwijzing, en de verweerder heeft deze reactie als beroepschrift doorgestuurd naar de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat het hier gaat om een zelfstandig schadebesluit, waarbij het vervallen artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) nog van toepassing is. Dit artikel stelt dat een veroordeling tot schadevergoeding alleen mogelijk is bij een gegrond beroep.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de belastingrechter niet bevoegd is om te beslissen over een zelfstandig schadebesluit. Aangezien ook de algemene bestuursrechter niet bevoegd is, is de civiele rechter bevoegd om over het verzoek te oordelen. De rechtbank heeft zich daarom onbevoegd verklaard en er is geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen op 27 september 2021 en openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie.