Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Overschrijding van de redelijke termijn
6.Proceskosten en griffierecht
7.Beslissing
- verklaart het beroep met betrekking tot de naheffingsaanslag OB 2011 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de naheffingsaanslag OB 2011;
- vermindert de naheffingsaanslag OB 2011 tot € 57.461;
- vermindert de in rekening gebracht heffingsrente dienovereenkomstig;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 1.867;
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 2.133;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 338 aan haar vergoedt.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: