Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Overwegingen
2.Beslissing
mr. B.W. van Eeken-Liu, griffier, op 9 september 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze hersteluitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 9 september 2021, wordt een eerdere uitspraak van 5 augustus 2021 gecorrigeerd. De belanghebbende, wonende te [plaats], had bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de proceskostenvergoeding die was vastgesteld op € 374. De rechtbank erkent dat er een rekenfout is gemaakt en dat het juiste bedrag € 748 dient te zijn. Dit bedrag is gebaseerd op de proceskostenregeling, waarbij de vergoeding voor rechtsbijstand is vastgesteld op 2 procespunten met een waarde van € 748 per punt, vermenigvuldigd met een wegingsfactor van 0,5.
De rechtbank heeft in een brief van 31 augustus 2021 aan partijen medegedeeld dat de fout hersteld zou worden. In de hersteluitspraak wordt bevestigd dat het bedrag van € 374 in de eerdere uitspraak niet correct was en dat dit bedrag in het dictum had moeten worden aangepast naar € 748. De rechtbank heeft de misslag hersteld en de uitspraak dient voortaan gelezen te worden met de correctie in het dictum, waarin nu staat dat de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende wordt veroordeeld tot een bedrag van € 748.
De hersteluitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep open tegen deze uitspraak. De rechtbank benadrukt dat deze correctie geen invloed heeft op de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak van 5 augustus 2021.