RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Zaaknummers BRE 20/6081 tot en met BRE 20/6087
uitspraak van 10 september 2021
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende]., gevestigd te Luxemburg,
belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
De bestreden uitspraken op bezwaar
De uitspraken van de inspecteur van 27 maart 2020 op de bezwaren van belanghebbende tegen:
- de aan belanghebbende voor het jaar 2011 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting naar een belastbaar bedrag van € 15.000 ([aanslagnummer]) en de in hetzelfde geschrift vervatte beschikking heffingsrente voor een bedrag van € 144;
- de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting naar een belastbaar bedrag van € 15.000 ([aanslagnummer]) en de in hetzelfde geschrift vervatte beschikking belastingrente voor een bedrag van € 37;
- de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting naar een belastbaar bedrag van € 15.000 ([aanslagnummer]) en de in hetzelfde geschrift vervatte beschikking belastingrente voor een bedrag van € 380;
- de aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting naar een belastbaar bedrag van € 15.000 ([aanslagnummer]) en de in hetzelfde geschrift vervatte beschikkingen verzuimboete voor een bedrag van € 2.639 en belastingrente voor een bedrag van € 140;
- de aan belanghebbende voor het jaar 2015 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting naar een belastbaar bedrag van € 15.000 ([aanslagnummer]) en de in hetzelfde geschrift vervatte beschikkingen verzuimboete voor een bedrag van € 2.639 en belastingrente voor een bedrag van € 106;
- de aan belanghebbende voor het jaar 2016 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting naar een belastbaar bedrag van € 21.300 ([aanslagnummer]) en de in hetzelfde geschrift vervatte beschikkingen verzuimboete voor een bedrag van € 2.639 en belastingrente voor een bedrag van € 255;
- de aan belanghebbende voor het jaar 2017 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting naar een belastbaar bedrag van € 21.300 ([aanslagnummer]) en de in hetzelfde geschrift vervatte beschikkingen verzuimboete voor een bedrag van € 2.639 en belastingrente voor een bedrag van € 248,
hierna gezamenlijk: de aanslagen.
Tussenuitspraak en vervolg
De rechtbank heeft op 4 juni 2021 een tussenuitspraak (de tussenuitspraak) gedaan in deze zaken. Na een stukkenwisseling is een nadere zitting met toepassing van artikel 8:64, vijfde lid van de Awb achterwege gebleven.