Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Beoordeling van het geschil
op basis vandie correspondentie. De inspecteur heeft zich er ook – terecht – niet op beroepen dat deze correspondentie een juridische grondslag is voor de heffing. De inspecteur heeft alleen wel steun in die correspondentie gevonden voor de hem bepleite interpretatie. [3] Die interpretatie is vervolgens weliswaar onjuist gebleken, maar zij was – zie hiervoor – wel pleitbaar. Hoewel de inspecteur deze correspondentie eerder aan belanghebbende had behoren te overleggen, is geen sprake van een zodanig ernstig onzorgvuldig handelen van de inspecteur dat dat een afwijking van de forfaitaire proceskostenvergoeding zou rechtvaardigen. In alles wat belanghebbende voor het overige heeft aangevoerd is evenmin grond gevonden om bijzondere omstandigheden aanwezig te achten voor een dergelijke afwijking.
3.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € nihil en wijzigt de belastingrente dienovereenkomstig;
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van immateriële schade van € 1.000;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;