Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Behandeling van het verzet
2.Feiten en de gronden van het verzet
- Gemachtigde voert aan dat de uitspraak op bezwaar pas op 2 januari 2020 is ontvangen en dus op die datum ter post bezorgd is, zodat de beroepstermijn een dag later, dus op 3 januari 2020 begint te lopen.
- De Belastingdienst geeft verder ook geen toelichting op de verzending en/of bekendmaking van de uitspraak op bezwaar. Terwijl het aan de Belastingdienst is om de verzending aannemelijk te maken. De bekendmaking wordt hier betwist, omdat die later is geweest dan 31 december 2019 en daarmee ligt het begin van de beroepstermijn later. De datum van bekendmaking is de dag waarop de uitspraak op bezwaar bekend wordt bij belanghebbende, dus 2 januari 2020.
- Als er bij de bekendmaking en dus aanvang van de beroepstermijn wordt uitgegaan van een dag na dagtekening van de uitspraak op bezwaar en deze komt met vertraging bij belanghebbende aan, dan heeft belanghebbende feitelijk gezien geen beroepstermijn van zes weken maar een kortere termijn.
3.Beoordeling van het verzet
4.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl
.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).