Op 1 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vertegenwoordigd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 2 juni 2020, waarin haar verzoek om kwijtschelding van haar studieschuld werd afgewezen. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting op 11 mei 2021 in Breda gehouden, waar eiseres aanwezig was met haar gemachtigde, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door mr. drs. E.H.A. van den Berg.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister het verzoek om kwijtschelding heeft afgewezen op basis van een medisch advies dat concludeerde dat eiseres niet voldeed aan de criteria voor kwijtschelding. Eiseres heeft aangevoerd dat zij door psychische klachten en fysieke problemen niet in staat is om te werken, en dat haar situatie uitzichtloos is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de minister op goede gronden heeft besloten dat eiseres niet in aanmerking komt voor kwijtschelding van haar studieschuld. De rechtbank heeft daarbij het medisch advies van DUO Medisch Advies als zorgvuldig en volledig beoordeeld.
De rechtbank concludeert dat de financiële situatie van eiseres niet bepalend is voor de beoordeling van het kwijtscheldingsbeleid. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.