Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- Voor het jaar 2011 een suppletieaangifte naar een te ontvangen bedrag aan omzetbelasting van € 20.730;
- Voor het jaar 2012 een suppletieaangifte naar een te betalen bedrag aan omzetbelasting van € 20.615;
- Voor het jaar 2013 een suppletieaangifte naar een te betalen bedrag aan omzetbelasting van € 5.446;
- Voor het jaar 2014 een suppletieaangifte naar een te ontvangen bedrag aan omzetbelasting van € 21.521;
- Voor het jaar 2011 een ambtshalve teruggaaf van € 11.558 (beschikkingsnummer: [beschikkingsnummer] B.01.1500);
- Voor het jaar 2012 een naheffingsaanslag omzetbelasting naar een te betalen bedrag van € 40.902 waarbij een bedrag aan belastingrente in rekening is gebracht van € 6.769 en een verzuimboete is opgelegd van € 4.090 (aanslagnummer: [aanslagnummer] F.01.2501);
- Voor het jaar 2013 een naheffingsaanslag omzetbelasting naar een te betalen bedrag van € 23.637 waarbij een bedrag aan belastingrente in rekening is gebracht van € 3.202 en een verzuimboete is opgelegd van € 2.363 (aanslagnummer [aanslagnummer] F.01.3501);
- Voor het jaar 2014 een ambtshalve teruggaaf van € 4.826 (beschikkingsnummer [beschikkingsnummer] B.01.4500).
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart zich onbevoegd voor zover de beroepen betrekking hebben op de ambtshalve teruggaven voor de jaren 2011 en 2014;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar tegen de boeten opgelegd bij de naheffingsaanslagen over de jaren 2012 en 2013;
- vermindert de boete opgelegd bij de naheffingsaanslag over het jaar 2012 tot € 3.272;
- vermindert de boete opgelegd bij de naheffingsaanslag over het jaar 2013 tot € 1.890.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: