Verzekeringsarts [naam arts] heeft eiser telefonisch gesproken toen eiser wegens misselijkheid afbelde voor het geplande spreekuur. Voorts heeft de verzekeringsarts het dossier bestudeerd en informatie ingewonnen bij eisers behandelend psycholoog.
Na bestudering van de ontvangen informatie van de psycholoog en psychotherapeut van 18 april 2019 heeft verzekeringsarts [naam arts 2] geconcludeerd dat er bij eiser zeker geen toename van ziekte is ten opzichte van de eerdere beoordeling in 2018. Uit de verkregen informatie is de verzekeringsarts gebleken dat de behandeling is beëindigd en dat eiser is verwezen voor maatschappelijk problematiek. Verzekeringsarts [naam arts 2] acht eiser onveranderd geschikt voor tenminste één van de in 2018 geduide functies.
Verzekeringsarts b&b [naam arts 3] heeft het dossier van eiser bestudeerd, deelgenomen aan de telefonische hoorzitting van 26 mei 2020 en eiser daarbij onderzocht. Daarbij heeft de verzekeringsarts b&b brieven bestudeerd van onder meer een orthopeed van 29 mei 2018, een orthoptist van 3 juli 2018, een reumatoloog van 1 augustus 2019, een revalidatiearts van 3 juli 2019, alsmede twee brieven van een neuroloog van respectievelijk 16 september 2019 en 1 november 2019.
De verzekeringsarts b&b komt tot de conclusie dat er geen aanleiding is het primaire standpunt te herzien. Daartoe overweegt hij dat het divergerend scheelzien geen bijzondere beperkingen geeft, omdat eiser vele jaren als productiemedewerker, machineoperator en/of magazijnmeester heeft gewerkt en uren bezig kan zijn met zijn mobiele telefoon. Dit alles impliceert volgens de verzekeringsarts b&b dat eiser over een goede gezichtsscherpte beschikt. Expliciet blijkt dat uit de rapportage van een arbeidsdeskundige van 8 juni 2016, waarin is geconstateerd dat eiser de oogklachten heeft vanaf zijn zesde jaar en hiermee altijd zonder problemen heeft gewerkt. Dat eiser moeite heeft met steroscopisch (dus driedimensionaal) zien, laat onverlet dat gezichtsscherpte en gezichtsvelden intact zijn. Dat blijkt ook uit het neurologisch onderzoek van september 2019.
Ook de wervelafwijking kent eiser al sinds zijn jeugd en dat heeft hem niet belet van 1997 tot 2014 redelijk rugbelastende fabrieksfuncties te verrichten. De verzekeringsarts b&b ziet niet in waarom eiser ook op de datum in geding niet een zekere mate van rugbelasting aankan. Door de houdingsafwijking is een anteropositie van het hoofd ontstaan, een houding die in geringe mate afgenomen bewegingsmogelijkheden van de nek veroorzaakt. De later ontstane pijnklachten in de onderrug zijn door de orthopeed in 2018 en de reumatoloog in 2019 beschouwd als a-specifiek, respectievelijk spiergerelateerd. Van belang is daarbij dat de orthopeed op een röntgenforto geen bijzonderheden zag en een normale rugfunctie vaststelde. Voor de gestelde evenwichtsstoornissen vindt de verzekeringsarts b&b geen aanknopingspunten in het dossier.
Verder geeft de verzekeringsarts b&b aan dat eiser de afgelopen jaren en rond de datum in geding bekend was met een matig-ernstige depressie bij diverse psychosociale stressfactoren en een regelmatig geuit vermoeden op een verstandelijke beperking. Volgens het protocol ‘Depressieve stoornis’ is men bij een matig-ernstige depressie in het algemeen in staat te werken. De verzekeringsarts b&b stelt zich daarbij op het standpunt dat hervatting in werk vanuit therapeutisch oogpunt wenselijk is: werk geeft niet alleen zingeving aan het bestaan maar ook structuur, activering in sociale rollen en sociale steun. Voorts merkt hij een flinke discrepantie op tussen de matige ernst van de stoornis en de (subjectief) als fors ervaren klachtenlast.
Vervolgens acht de verzekeringsarts b&b eiser in elk geval en onder meer geschikt voor de functie ‘medewerker tuinbouw’. Daartoe overweegt de verzekeringsarts b&b onder meer dat dit een stressarme functie is, omdat minimale persoonlijke invulling is vereist en het takenpakket duidelijk, afgebakend en gestructureerd is. Tenslotte stelt de verzekeringsarts b&b dat overall de mentale en fysieke belasting beperkt is vanwege de parttime arbeidsomvang van 30 uren per week.
7. Eiser heeft tegen het medisch oordeel van het UWV aangevoerd dat ten onrechte geen beperking is aangenomen voor diepte zien. Eiser kan geen diepte zien, omdat zijn rechteroog naar buiten trekt. Eiser stelt dat bij de functies waarin eiser in het verleden heeft gewerkt, het niet noodzakelijk was om goed diepte kunnen zien. Ook bij een telefoon is het kunnen waarnemen van diepte volgens eiser geen vereiste, omdat de telefoon altijd op dezelfde afstand is. De functie medewerker tuinbouw is volgens eiser niet geschikt, omdat het vereist goed diepte te kunnen zien. Daarbij moeten namelijk op hoog tempo plantjes bewerkt worden door op wisselende dieptes de meeldraden en bloemknoppen te verwijderen. Daarom zou eiser in dat werk moeite hebben en slechts traag kunnen functioneren.
Ook op persoonlijk en sociaal vlak zijn eisers beperkingen onderschat en is het handelingstempo lager dan in de FML aangegeven. Ter onderbouwing verwijst eiser naar een rapportage van de stichting MEE waaruit verder nog blijkt van een licht verstandelijke beperking.