ECLI:NL:RBZWB:2021:2277
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening zorgtoeslag en terugvordering door de Belastingdienst/Toeslagen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 mei 2021, werd het beroep van eiser tegen de herziening van zijn zorgtoeslag voor het jaar 2016 door de Belastingdienst/Toeslagen ongegrond verklaard. Eiser had in 2013 een aanvraag om zorgtoeslag ingediend, die aanvankelijk was goedgekeurd. Echter, in een besluit van 31 december 2019 herzag de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag naar € 0,- en vorderde een eerder ontvangen bedrag van € 1.006,- terug. Eiser stelde dat zijn inkomen van € 13.079,- recht gaf op zorgtoeslag, maar de Belastingdienst/Toeslagen had zijn inkomen vastgesteld op € 913.079,-, wat leidde tot de herziening. Eiser voerde aan dat de Belastingdienst/Toeslagen geen deugdelijk onderzoek had verricht en dat er sprake was van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel.
De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst/Toeslagen op goede gronden het recht van eiser op zorgtoeslag had herzien. De rechtbank benadrukte dat de Belastingdienst/Toeslagen zich moet baseren op de inkomensgegevens zoals vastgesteld door de inspecteur voor de inkomstenbelasting. Aangezien het toetsingsinkomen van eiser boven de grens voor zorgtoeslag lag, was de herziening terecht. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten binnen zes weken bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.